Vóór zijn dood wilde een oude man in een rolstoel afscheid nemen van zijn paard, maar zodra hij zijn trouwe vriend omhelsde, gebeurde er iets onverwachts.

Vóór zijn dood wilde een oude man in een rolstoel afscheid nemen van zijn paard, maar zodra hij zijn trouwe vriend omhelsde, gebeurde er iets onverwachts.

De artsen kondigden aan dat de oude man nog maar een paar dagen te leven had.

Zijn zoon en dochter bereidden zich al voor op het ergste, terwijl de oude man, zittend in een rolstoel op de binnenplaats, zwijgend voor zich uit staarde. Zijn ademhaling was moeizaam geworden en zijn ogen waren vermoeid. Hij leek berustend.

Maar plotseling werd zijn oude vriend de binnenplaats op gebracht: het paard waarmee hij zijn hele leven had doorgebracht. Twintig jaar eerder had hij ermee de velden geploegd, was hij naar het naburige dorp gereisd en had hij met zijn kleinkinderen gewandeld.

Sindsdien waren ze onafscheidelijk. De buren, die hoorden dat de oude man zijn trouwe metgezel miste, besloten hem een ​​kleine beloning te geven en brachten hem het paard.

Het paard kwam langzaam dichterbij, zonder een geluid van hoeven, alsof het wist dat zijn baasje niet gestoord mocht worden. Het boog zijn hoofd en drukte zijn warme snuit tegen zijn wang. De man sloot zijn ogen en mompelde:

— Dank je wel, mijn vriend… voor alles. Vergeef me als ik me vergis…

Het paard deed een stap achteruit, pakte toen voorzichtig het hoofdstel met zijn tanden vast en hield het recht in de handen van de oude man. Dit was hun onderscheidende kenmerk: vroeger, als de eigenaar reed, deed het paard dit altijd, alsof het hem uitnodigde om op te stappen.

Maar nu leek het waanzin: de oude man zat gekluisterd aan zijn rolstoel en kon zijn armen nauwelijks omhoog houden. Toch greep hij de riem vast, en het paard knielde voorzichtig neer en liet zich zijn trillende meester op zijn rug tillen. De buren stonden er ongelovig bij.

Het wonder duurde een paar minuten. De oude man, die zich nauwelijks kon beheersen, inhaleerde de vertrouwde geur, voelde de kracht van het dier onder zich en de wind die door zijn grijze haar streelde. Hij was weer jong, vrij en levend. En voor het eerst in lange tijd verscheen er een glimlach op zijn gezicht.

Terwijl het paard hem zachtjes terug naar zijn stoel droeg, sloot de man zijn ogen, alsof hij tevreden was met dit geluk.

Een paar uur later stierf hij… maar niet in een vacuüm, maar met een glimlach en dankbaarheid, na zijn laatste wandeling met zijn vriend.