Een zesjarig meisje botst op school per ongeluk tegen een ander kind aan dat sprekend op haar lijkt… en het schokkende geheim dat de DNA-testresultaten onthullen, doet haar moeder bijna smelten.
Die stralende septemberochtend hield Vivian, zoals gewoonlijk, haar energieke zesjarige dochter Clara bij de hand terwijl ze haar door de poort van de Meadowbrook Elementary School leidde.

Clara, nieuwsgierig en vol levenslust, huppelde vooruit, haar lach klonk als een klok. Maar toen Vivian haar het schoolplein zag oplopen, overspoelde een vreemd gevoel van onbehagen haar, een gevoel dat ze niet kon loslaten.
Aan de overkant van de binnenplaats liep een ander meisje met een vrouw vrolijk te kletsen. Maar Vivian verstijfde. Het kleine meisje leek sprekend op Clara.
Ze had dezelfde bruine bob, dezelfde felgroene ogen, hetzelfde ondeugende kuiltje in de hoek van haar glimlach. Van een afstandje leek het alsof de wereld een spiegel voor haar dochter had geplaatst.
Clara’s ogen werden groot van verbazing. Ze glipte uit Vivians greep en rende naar het andere meisje.
«Mam, kijk! Wie is daar?» riep Clara uit.
De twee kinderen stonden tegenover elkaar, hun lachen barstte spontaan los alsof ze elkaar al eeuwen kenden.
Ze hielden elkaars hand vast, draaiden rondjes en stelden razendsnel vragen, waarbij ze geheimen deelden die alleen zesjarigen konden verzinnen.

Vivian wisselde een verbaasde blik uit met de vrouw die het andere kind vergezelde. Ze leek even verbaasd.
De juf, die aandachtig toekeek, glimlachte veelbetekenend. «Als je me vertelde dat deze meisjes een tweeling waren, zou ik het zonder aarzelen geloven,» zei ze zachtjes.
Hoewel het schoolplein vol vrolijk gepraat was, bleef er een diepe bezorgdheid in Vivians borst hangen.
Die avond, tijdens het avondeten, sprak Clara enthousiast over haar nieuwe vriendin, een meisje dat sprekend op haar leek.
Vivian glimlachte om de onschuld van het moment, maar het beeld van die ochtend bleef meedogenloos in haar gedachten.
Een gewaagde gedachte kwam op, een die Vivian nauwelijks kon fluisteren. Wat als er een fout was gemaakt?

Een paar dagen later kwam ze de vrouw weer tegen buiten de school. Tijdens een kopje koffie maakte het geklets plaats voor een lastige vraag. Uiteindelijk vroeg Vivian, met een bijna trillende stem: «Heb je een DNA-test voor de meisjes overwogen?»
Livia knipperde even verbaasd met haar ogen. Twijfel gleed over haar gezicht en ze knikte langzaam. «Laten we het doen. Voor de zekerheid,» zei ze.
Een paar dagen later kwamen de resultaten binnen. De twee vrouwen staarden verbijsterd naar het rapport.
De dochter van Clara en Livia, Elara, was voor 99,9% genetisch identiek. Ze leken niet zomaar op elkaar. Ze waren een eeneiige tweeling.
Livia’s handen trilden toen ze fluisterde: «Dit is onmogelijk. Ik had maar één dochter. De dokter hield haar vast, ik was erbij.»
Vivians gedachten flitsten zes jaar terug naar een gecompliceerde keizersnede in het St. Augustine Ziekenhuis in Lissabon.

Ze had haar dochter maar even gezien voordat ze het bewustzijn verloor. Toen ze wakker werd, had een verpleegkundige haar Clara gegeven. Hoe kon er nog een baby zijn?
Vivian zocht in oude dossiers, nam contact op met voormalige verpleegkundigen en puzzelde fragmenten uit het verleden bij elkaar. Die dag hadden verschillende bevallingen elkaar overlapt.
De kraamafdeling was chaotisch geweest en het leek erop dat twee pasgeborenen per ongeluk verwisseld waren.
Intussen waren Clara en Elara onafscheidelijk. Ze deelden bankjes, speelgoed en zelfs huiswerk, hun bewegingen waren vreemd gesynchroniseerd, alsof hun band er altijd al was geweest.
De leraren fluisterden verwonderd tegen elkaar en merkten dat de meisjes hun gedachten en handelingen leken te spiegelen.
Op een middag zuchtte Livia terwijl ze Elara met Clara zag spelen. «Als het ziekenhuis een fout heeft gemaakt, wat moeten we dan nu doen? Welk meisje hoort bij welke moeder?»
Vivian voelde een steek in haar hart. «Wat er ook gebeurt,» zei ze zachtjes, «ze zal altijd mijn dochter zijn.»

Samen keerden de twee vrouwen terug naar het Saint-Augustinziekenhuis en eisten de originele documenten in te zien. Tussen de gewiste documenten kwam langzaam de waarheid aan het licht.
Die dag was er een tweeling geboren bij een moeder in kritieke toestand. Een van de baby’s was met spoed naar een couveuse gebracht, omdat de papieren verwarrend en onvolledig waren.
Een gepensioneerde verpleegster gaf uiteindelijk toe, met trillende hand voor haar mond: «Er is iets misgegaan. Een van de baby’s is met de verkeerde moeder naar huis gegaan.»
Verbijstering en opluchting vermengden zich in Vivians borst. Het lot had een wrede rol gespeeld, maar nu begrepen ze het.
Clara en Elara waren een tweeling, gescheiden bij de geboorte, en toch had de liefde hen een tweede kans gegeven.

Thuisgekomen keek Vivian naar Clara terwijl ze sliep, met een steek van angst in haar hart.
Toch voelde ze de volgende ochtend, toen ze de meisjes samen zag lachen op de binnenplaats, een diepe en onwrikbare zekerheid. «Liefde kun je niet delen,» fluisterde ze. «Liefde vermenigvuldigt zich.»
De twee gezinnen besloten de meisjes samen op te voeden en hun vreugde en verantwoordelijkheden te delen. De weekenden wisselden elkaar af. Er was geen twijfel meer over wie bij wie hoorde; alleen Clara en Elara, zussen in alle opzichten, waren er nog.
Jaren later, toen de tweeling het hele verhaal hoorde, omhelsden ze Vivian en Livia. «We hebben geluk,» fluisterden ze. «We hebben twee moeders die van ons houden.»