Een jongen ontdekt een envelop met zijn naam op het graf van zijn adoptiemoeder
\Het leven in het asiel voelde als een enorme last voor Stuart. Hij was al 13 jaar oud en hij had te veel tijd op die plek doorgebracht.

Na jaren van het verliezen van vertrouwen in mensen en het bouwen van muren om hem heen, kreeg hij eindelijk een permanent thuis, maar hij accepteerde zijn adoptiemoeder nooit echt.
Toen Stuart als vijfjarig jongetje voor het eerst het asiel binnenliep, had hij alleen zijn versleten teddybeer bij zich. Deze was oud en versleten, maar diende als schild tegen de buitenwereld waarmee de jongen niet bekend was.

Terwijl de rest van de kinderen vrolijk waren, deed hij nooit mee aan hun spelletjes. In plaats daarvan was hij altijd helemaal alleen en weigerde hij vrienden te maken.
Het was alsof hij de eenzaamheid accepteerde als iets dat onvermijdelijk was.
In de loop der jaren zag hij hoe veel van de kinderen naar pleeggezinnen werden gebracht of werden geadopteerd, maar niemand benaderde Stuart ooit. En net toen hij de hoop verloor, bezocht een vrouw genaamd Jennifer het asiel.

Ze zag de pijn in zijn mooie ogen, die niet de vonk hadden die de meeste kinderen van zijn leeftijd wel hadden.
Jennifer liep naar hem toe en probeerde een gesprek te beginnen, maar Stuart sloot haar buiten en weigerde iets te zeggen.

Toen hij echter merkte dat ze niet snel zou opgeven, vroeg hij haar waarom ze daar was en of ze net als de rest van de mensen was die naar het asiel komen en dan gewoon weer weggaan en nooit meer omkijken.
Ze stak haar hand naar hem uit en verzekerde hem dat ze bij hem zou blijven als hij dat wilde.